“Leven in muziek” interview RTV Noord 21 april 2024
Deel 1 / Deel 2
Interview Dagblad van Noorden en Leeuwarder Courant juli 2021
Download PDF >
FROULJU FAN FRYSLÂN
vrouwen van Friesland, eregalerij der Friezinnen, acht portretten in film en beeld gekozen door de Friese Mienskip
Mienskip project culturele hoofdstad Leeuwarden/Fryslân 2018
in samenwerking met documentairemaker Marleen Godlieb en Omrop Fryslân
Film:
https://vimeo.com/219837406/63b4404857
FROULJU FAN FRYSLÂN, een film van de making of van de eregalerij der Friezinnen door Natasja Bennink
De documentaire op NPO 2/FryslanDOk:
www.npostart.nl/fryslan-dok
Vrouwen van Friesland, eregalerij der Friezinnen, zes portretten in film en beeld, gekozen door de Friese Mienskip.Hokker fryske frou fertsjinnet in stanbild? of Welke Friese vrouw verdient een standbeeld? Een Mienskip project van de culturele hoofdstad Leeuwarden/Fryslân 2018.
In samenwerking met programmamaker Marleen Godlieb en Omrop Fryslân.
De 7-delige tv-serie:
www.omropfryslan.nl/fff
BEELDEN
overzichtsboek
tekst: Annabelle Birnie, Sophie van Steenderen
Fotografie: Reyer Boxem
Uitgeverij Philip Elchers 2022
ISBN 9789050482141
Het boek is verkrijgbaar o.a bij www.philipelchers.nl
VAN KUS TOT KONING
beelden Natasja Bennink 2010-2015
fotografie: Reyer Boxem
tekst: Harry Tupan, Drents Museum
Uitgever TheoArt, Groningen NL
ISBN 978-90-809050-0-09
vertaald in het Engels en Duits
Het boek is verkrijgbaar bij o.a:
Galerie Van Campen & Rochtus, Antwerpen
Boekhandel Van der Velde, Groningen
of stuur een mail naar:
A WOMAN ON A MISSION
beelden Natasja Bennink 1999-2009
concept+vormgeving: Rudo Menge
fotografie: Reyer Boxem
beschouwing: Roos Wouters
gedichten: Maria van Daalen
Uitgever Galerie VCR, Antwerpen en BAI, Scholten
ISBN 9789085865346
Het boek is verkrijgbaar bij:
Galerie Van Campen & Rochtus, Antwerpen
tel +32(0)3 2940662
Compilatie van de documentaire: De 5 kussen
In het centrum van Appingedam staat de beeldengroep De vijf kussen van Appingedam. Deze beeldenserie verbindt het oude met het nieuwe gedeelte van Appingedam, door Natasja Bennink verbeeld door middel van 5 kussende paren uit Appingedam. Het proces van opdracht tot onthulling is vastgelegd in de documentaire De vijf kussen van Marleen Godlieb, stichting Noordgedacht. 2013
Interview Radio 4, Opium (16 juni 2022)
https://www.nporadio4.nl/fragmenten/opium/7ed140b9-5257-47aa-8550-2bcf24306068/2022-06-14-het-gesprek-natasja-bennink
NPO 4, Radio Opium op 4: Natasja werkt een week in de Torenkamer van VondelCS, Amsterdam (2017):
Atelierfoto: De vijf kussen van Appingedam in wording 2014
Het voormalige gemeentehuis Ezinge, nu het woon/werkpand van
Onno Broeksma en Natasja Bennink in het TV programma
KRO Binnenste Buiten NPO 2:
https://binnenstebuiten.kro-ncrv.nl
Interview
Door Erica Mannink KRO radio
Naar aanleiding van de tentoonstelling Mijn Minnaar en ik deel 4, Museum Polak, Zutphen.
Natasja Bennink, beeldhouwer
De mens staat centraal in de monumentale bronzen beelden van Natasja Bennink. Zorgvuldig bestudeert ze de anatomie en de verhoudingen van haar model en brengt deze over in klei. Zodra de basis klopt, neemt de expressie het over; typerend voor haar stijl zijn de vrije, rauwe toets en de opzettelijke reductie van vormen. Zo ontstaan beelden die de figuratie doelbewust overstijgen. Het menselijk lichaam functioneert als drager van een achterliggend concept, waarbij verbondenheid vaak de rode draad is. De mens verbonden met zijn tijd, de vrouw verbonden met haar lijf, geliefden in een kus verbonden met elkaar of bewoners verbonden met hun gemeenschap. Het zijn gelaagde beelden waarin het universele voelbaar wordt en het individuele zichtbaar blijft.
Natasja is zich bewust van de voortrekkersrol die ze als kunstenaar heeft. Daarom kiest ze soms voor thema’s die een beetje schuren. Ze dwingt de beschouwer om met andere ogen te kijken. Een terugkerend gegeven in haar werk is de ‘female gaze’, de vrouw gezien door de ogen van een vrouw. Zo zijn haar Venusbeelden stoer, zelfbewust, trots, eerlijk, sensueel of kwetsbaar, maar nooit ‘alleen maar’ mooi. Dat kan door de één als herkenbaar en bemoedigend ervaren worden, door de ander als confronterend of provocerend.
Natasja Bennink werkt zowel autonoom als in opdracht. Het zwaartepunt in haar oeuvre ligt bij beelden voor de openbare ruimte. De wisselwerking die een beeld aangaat met de locatie, de omgeving en de bewoners is daarbij cruciaal. Omdat ze verhalen en referenties in haar beelden verwerkt die uit de gemeenschap zelf komen, worden het daadwerkelijk monumenten, ijkpunten die betekenis en verdieping geven aan de plek. Heden en verleden worden zo tastbaar, invoelbaar en inzichtelijk gemaakt.
Natasja Bennink (1974) is opgeleid aan Academie Minerva in Groningen en de Academy of Fine Arts in Athene. Ze woont en werkt in het voormalig gemeentehuis van Ezinge, in Groningen. Werk van Bennink is opgenomen in diverse museale collecties, o.a. van het Drents Museum, Museum het Depot, Nationaal beeldenpark De Havixhorst en Museum de Buitenplaats. Ook zijn haar beelden te vinden op tal van plekken in de openbare ruimte. Voor de Statenzaal van de provincie Drenthe maakte ze het statieportret ‘Onze Koning’, in Appingedam vereeuwigde ze vijf generaties kussende geliefden, allemaal inwoners van de stad. De ‘Venus van Kloosterveen’ prijkt in Assen en in Dokkum staat het monument voor de zalig verklaarde priester Titus Brandsma. Een kussend portret van Benninks eigen grootouders is geplaatst in het ziekenhuis UMCG en in het kader van de culturele hoofdstad Leeuwarden-Fryslân 2018 maakte ze de ‘Eregalerij der Friezinnen’, zes portretten in brons van zes Friezinnen, gekozen door de Friese Mienskip. Momenteel werkt ze aan twaalf beelden voor de binnenstad van Harderwijk. Elk beeld markeert een bijzonder moment uit de geschiedenis van de stad. Bennink exposeert regelmatig in binnen- en buitenland en is sinds 2000 verbonden aan Galerie Van Campen & Rochtus in Antwerpen. Zij is als docent werkzaam aan de Wackers Academie te Amsterdam.
Natasja Bennink – Met een rauw randje
Harry Tupan
Natasja Bennink (1974) maakt monumentale beelden in brons. Dit boek laat haar werk van de laatste vijf jaar zien; ‘Van Kus tot Koning’. Het werk van Bennink zag ik voor het eerst tijdens een eindexamententoonstelling van Academie Minerva in Groningen. Dat was in 1999. Ik herinner mij een sculptuur uit beton van een vrouw, robuust en stevig. Maar bovenal indrukwekkend. Mijn interesse in het werk van Bennink was gewekt.
Wat vooraf ging
Het duurde een tijd voordat ik opnieuw van haar hoorde. In 2004 krijgt zij de opdracht van het Bisdom Groningen om een monument van Titus Brandsma te maken voor de tuin van de Bonifatiuskapel in Dokkum. Brandsma, een Friese karmelietenpriester, verzette zich tijdens de laatste Wereldoorlog tegen Duitse bezetter. Hij werd daardoor gearresteerd en gedeporteerd naar Dachau, waar hij door de ontberingen overleed. In 1985 werd hij door de Rooms-katholieke kerk zalig verklaard. Het beeld dat Bennink van Brandsma maakte is bijzonder overtuigend. Zij probeerde niet (zoals in andere beelden die van Brandsma werden gemaakt) een overtuigend en sterk portret naar de werkelijkheid te maken, maar veel meer een bovenzinnelijk, spiritueel beeld, waardoor er een parallel ontstaat met het lijden van Christus. Dit monumentale werk is een cesuur in haar dan nog jonge carrière. Ze bewijst hierin niet alleen haar volwassenheid als beeldhouwer, maar ook weet zij op overtuigende wijze de geestelijke impact op de beschouwer over te brengen. Want dat is uiteindelijk haar doelstelling; beelden maken met een maatschappelijk geëngageerde inhoud. Of zoals ze zelf ooit zei ‘[mijn] werk bestaat voornamelijk uit levensgrote bronzen sculpturen, waarbij het menselijk lichaam gebruikt wordt als drager van betekenis: de mens als allegorie’.
In de jaren daarop blijft zij hard werken aan het vervolmaken van haar oeuvre. Hoogtepunt is de Venus van Kloosterveen (2007), die in opdracht van de stad Assen wordt gemaakt voor de nieuwbouwwijk Kloosterveen. Dit beeld, meer dan levensgroot, belichaamt de kracht, trots en vitaliteit van de moderne vrouw. En Bennink’s reputatie als beeldhouwer wordt nogmaals nadrukkelijk bevestigd.
De laatste vijf jaar: 2010-2015
Het werk van Bennink is monumentaal en krachtig. En natuurlijk figuratief, want haar werk is ontleend aan de waarneming van de werkelijkheid. Toch is haar werk verre van statisch en ‘tuttig’. Haar fenomenale behandeling van de klei maakt dat haar sculptuur uit grote abstracte partijen bestaat. Ze verstaat als geen ander de kunst van de reductie. Zij laat juist daar weg, waar anderen gedetailleerd gaan worden. Dat maakt de beelden van Bennink juist zo interessant: dat je als beschouwer zelf nog kunt invullen en je verbeelding kunt inzetten. Als beeldhouwster gaat zij altijd uit van een helder concept, waarbij in haar geval compositie en anatomie bepalend zijn voor het eindresultaat. In dit licht is het niet verwonderlijk dat juist zij als docent aan de beeldhouwafdeling van de Klassieke Academie in Groningen doceert.
Haar samenwerking met Bronsgieterij Ateliers MTW in Groningen mag zeker niet vergeten worden want die is van groot belang in de uiteindelijke totstandkoming van haar beelden.
Portretten
Natasja maakte tal van portretten, waaronder bekende Nederlanders als dichter Rutger Kopland, voetbaltrainer Gertjan Verbeek en schilder Matthijs Röling. Sterke portretten waaruit vooral hun karakter naar voren komt.
In 2014 zag ik tijdens een solotentoonstelling bij galerie Wildevuur in Hooghalen haar zelfportret ‘Koester de begeerte’. Het Drents Museum bezit een grote collectie zelfportretten van kunstenaars die in de museumcollectie vertegenwoordigd zijn. Het opvallend tere portret, met geloken ogen en naakte borstpartij maakte zo’n indruk dat meteen tot aankoop werd overgegaan. De kracht van dit zelfportret zit heel nadrukkelijk in de tederheid, het vrouw zijn (het beeld kan namelijk iedere vrouw zijn) en de kwetsbare naaktheid.
‘Onze koning’ (2014) is vanuit een geheel ander perspectief ontstaan. Het betreft een portretopdracht uitgeschreven door de provincie Drenthe. Bennink won deze competitie en maakte een bronzen portret van Willem Alexander ten behoeve van de Statenzaal. Het is een typisch Bennink beeld. Een krachtig uitgewerkt hoofd, dat autoriteit en rust uitstraalt met een mooie geabstraheerde borstpartij. Het is in feite een dubbelportret want Bennink vroeg de dichteres des vaderlands (een briljant idee!) Anne Vegter om haar beeld met een gedicht te combineren. Het beeld is bijna anderhalf keer groter dan de geportretteerde zelf, waardoor het goed waar te nemen is vanuit alle hoeken van de zaal.
Projecten
De serie venussen is een ode aan de vrouw en vormen een rode draad in het oeuvre van Bennink. De Venus van Kloosterveen (2007), de Venus van Drenthe (2010), de Venus van Ljouwert (2014) om er maar een paar te noemen, hebben in grote mate bijgedragen aan de bekendheid van Bennink. Feitelijk was haar eerder genoemde eindexamenwerk al een Venus variant. Venus is de Romeinse godin van de liefde, maar ook al ver voor het Romeinse rijk, werden er al sculptuurtjes gemaakt van ‘oervrouwen’, waarbij het vruchtbaarheidsaspect centraal stond. De beroemde Venus van Willendorf uit de late steentijd bijvoorbeeld, is een idealisering van de vrouw. Met haar venussen wil Bennink juist de trots en zelfbewustheid van de vrouw van nu onderstrepen. Zij idealiseert helemaal niet. De Venus van Drenthe bijvoorbeeld (eveneens in de collectie van het Drents Museum en dat permanent op het dakterras staat) valt de kracht en veelzijdigheid van het beeld vanuit iedere zichtlijn op. Vanuit ieder standpunt behoudt het beeld zijn kracht en elegantie. De op sommige plaatsen bewust aangezette musculatuur (girlpower!) maakt het beeld vanuit het achteraanzicht heel spannend. Van opzij daarentegen zien we een ranke, evenwichtige lijn van boven naar beneden, zoals in getekende studie, die een nadrukkelijk klassiek uitgangspunt heeft. De voorzijde tenslotte, laat de vrouw in volle glorie zien. Het hoofd staat fier omhoog, de paardenstaart wappert in de wind. De armen zijn stevig over elkaar geslagen, de borsten omhoog drukkend en het mooie bollende buikje krijgt daardoor een extra accent. Ze staat stevig in een spreidstand, één voet naar buiten gedraaid. Dit is een ode aan alle vrouwen. Ook in de uitwerking van de huid van het bronzen beeld zien we de hand (en daarmee de eigenheid) van Bennink. Het weglaten van klei zorgt bij het gieten voor fraaie uitgespaarde partijen, het handelsmerk van Natasja. Hierdoor krijgt het oppervlak een ‘ruw’ uiterlijk, alsof het nog uit de oorspronkelijke klei opgebouwd is. De voeten daarentegen zijn realistisch uitgevoerd. Juist het spanningsveld tussen het abstraherende en het realistische maakt dit werk zo bijzonder. Zij is moeder, geliefde, of zoals Bennink ooit zei: ‘heden ten dage is de vrouw zowel cliché als icoon in een snelle beeldcultuur, [maar] mijn venus beelden zijn een ode aan de vrouw van nu en de toekomst en herkenbaar voor de hedendaagse mens’.
In sommige van haar projecten staat erotiek centraal. Daarin vormen sensualiteit, liefde en lichamelijkheid vanuit het vrouwelijk perspectief het uitgangspunt. In het project ‘Ik en mijn minnaar’ (2012), bestaande uit vijf beelden, zien we twee geliefden die elkaar beminnen. Zij kunnen iedereen zijn, want hun gezichten zijn niet uitgewerkt, maar tijdens het boetseren met de spatel bijna vlak gestreken. Het lijkt alsof ze in deze serie tederheid wil vastleggen, maar hoe leg je in hemelsnaam zo’n gevoel vast in de derde dimensie? Toch lukt dat door de sensualiteit die de werken uitstralen, hoe onmogelijk dat ook lijkt. Haar relatie met kunstenaar Onno Broeksma deed het kunstenaarspaar besluiten ook in duovorm doormiddel van tentoonstellingen naar buiten te treden, onder andere in Museum Henriette Polak in Zutphen. Het is als in Kamasutra, het beroemde Indiase leerboek uit de tweede eeuw na de jaartelling over de kunst van de liefde en de kunst van het verleiden.
De vijf kussen van Appingedam (2013), vijf beelden van kussende Appingedammers uit alle leeftijdsgroepen, is een typisch Bennink project. De opdracht was om door middel van een kunstwerk en verbinding tussen het oude stadscentrum en een nieuwer deel daarnaast te verbinden. Natuurlijk koos Bennink hiervoor mensen. Mensen uit de stad zelf, een doorsnee van de inwoners uit alle lagen van de bevolking. En wat was hiervoor nu een beter thema dan ‘de kus’? Want een kus is een fysieke verbinding tussen mensen en staat in de context van de opdracht precies voor het gevraagde uitgangspunt. Dat is creatieve en intellectuele de kracht van Bennink; ze weet een tamelijk abstracte opdracht in een menselijk en maatschappelijk perspectief te plaatsen. Het proces van opdracht tot onthulling werd overigens in een indrukwekkende documentaire, die ik zag op het Filmfestival Assen, van Marleen Godlieb vastgelegd. Dat is overigens ook een kenmerk Bennink: zoveel mogelijk van het (inhoudelijke en creatieve) proces vastleggen. Het juryrapport zei onder meer over De Vijf Kussen: ‘een kus is universeel en daarmee toegankelijk. Het gewone wordt hier bijzonder gemaakt, ook door de manier van uitvoering. Natasja Bennink kent in haar werk een grove toets die iets stoers in zich heeft en het gelikte doet verdwijnen …’.
Met haar kunst wil Bennink maatschappelijke thema’s onder de aandacht brengen. ‘Ik maak beelden waarmee ik mensen wil bereiken, met een rauw randje. Kunst is geen eerste levensbehoefte, maar ik zie duidelijk de noodzaak en schoonheid in van de beeldhouwkunst’.
Haar laatste beeld, waar zij op het moment van schrijven nog aan werkte, is misschien wel de meest gecompliceerde tot nu toe. Zij gaf het de titel ‘Quand on n’a que l’amour’. Ik zag het werk, inclusief de twee modellen, in haar atelier in Ezinge. De modellen, innig verstrengeld, werden intensief geobserveerd door Bennink en met grote, bijna woeste ingrepen zette zij de laatste details naar haar hand. De beide geportretteerden waren zichtbaar onder de indruk. Wederom wist ze feilloos die laag in het beeld aan te brengen die zelfs de schoonheid er van overtreft.
Toekomst
Dit boek, van ‘Kus tot Koning’ , behandeld het werk van Bennink van de afgelopen van vijf jaar. ‘A woman with a mission’ (2009), ging hieraan vooraf en laat haar werk uit de periode 1999 – 2009 zien. Beide publicaties zijn geen traditionele kunstboeken, die het werk van een kunstenaar vaak sec laten zien. Het bijzondere is haar samenwerking met fotograaf Reyer Boxem, die haar werk in de context van het moment dat hij het waarneemt vastlegt. Zo ontstaat er een wisselwerking tussen beeld en omgeving.
Ik ben er stellig van overtuigd dat Natasja Bennink de komende vijf jaar opnieuw grote stappen gaat maken als beeldhouwer. Er is een ontwikkeling waarneembaar (althans voor mij) die naar een nog grotere abstrahering leidt, zonder de mimesis los te laten. Juist in die grote, monumentale beelden zal zij in de toekomst nog meer gaan excelleren.